Zelfredzaamheid stimuleren of de kantjes ervan af lopen?
Nu we cliënten willen helpen zelfredzamer te worden, worstelen thuiszorgteams met allerlei lastige casussen. Verpleegkundigen en verzorgenden vragen zich af: wie is verantwoordelijk voor welke taken? Hoe gaan we om met taken die niet tot onze verantwoordelijkheid horen? Het niet uitvoeren van bepaalde taken voelt als de kantjes ervan aflopen. We geven op twee voorbeelden een reactie.
Voorbeeld 1:
Is het wegbrengen van urine voor de cliënt naar de huisarts onze taak?
Stel de huisarts, de cliënt of één van ons vermoedt een blaasontsteking.
De huisarts vraagt urine naar de praktijk te brengen. Maar de cliënt kan dit niet en er is geen mantelzorg beschikbaar. Waar ligt dan de taak en verantwoordelijkheid van de wijkziekenverzorgende of -verpleegkundige.
Antwoord:
Veel thuiszorgteams zijn dit soort klusjes voor cliënten in de loop der tijd gaan overnemen.
Dit willen we graag afbouwen. Maar dat gaat niet van de ene op de andere dag. Hierover moet dus het gesprek met de cliënt worden gevoerd: Dit past eigenlijk niet meer binnen ons takenpakket, wie uit uw netwerk kunt u hiervoor benaderen?
Dit probleem legt ook een groter vraagstuk bloot: heeft de cliënt wel een steunend netwerk om zich heen? Zo'n netwerk is van groot belang om het thuis vol te kunnen houden. Het is dus goed om met de cliënt ook verder te kijken hoe hij zich redt. Hoe lukt het bijvoorbeeld met boodschappen doen? Is daar hetzelfde probleem, of is daar al wel hulp?
Afhankelijk van het antwoord kun je de cliënt tips aanreiken voor het zoeken van hulp, vrijwilligers diensten binnen de gemeente bijvoorbeeld.
Dit is een mooi voorbeeld van preventief werken: samen met de cliënt en eventueel kinderen (op afstand) bespreken wie deze hand- en spandiensten zou kunnen verrichten. En hoe de cliënt daardoor langer thuis kan blijven wonen.
Dit specifieke probleem (het wegbrengen van urine) kun je ook met de huisartsen in jouw wijk bespreken: is het mogelijk dat zij hier gezamenlijk een oplossing voor bedenken? Apothekers bezorgen ook medicatie.
Voorbeeld 2:
Is het verschonen van het bed onze taak?
We komen dagelijks voor hulp bij wassen en aankleden. De cliënt heeft goede en minder goede dagen. Op minder goede dagen (zeker één keer per week) is deze cliënt 's morgens incontinent van urine. Beddengoed en kleding zijn nat. De client is niet in staat het bed op te maken en de was te doen. Huishoudelijke hulp komt eens per week en is er dus vaak niet op deze dagen. Mantelzorg woont ver weg.
Antwoord:
Voor deze cliënt moet een grotere indicatie worden aangevraagd voor huishoudelijke hulp. Eén keer in de week is duidelijk niet genoeg. Bij die aanvraag moet duidelijk worden gemaakt dat de cliënt naast één keer vaste hulp daarnaast hulp nodig heeft op afroep bij dit soort 'calamiteiten'.
Als de cliënt in staat is om zelf huishoudelijke hulp te betalen, dan kun je hem adviseren deze particuliere hulp te vragen of ze ook bij calamiteiten langs kan komen.
Overigens zou ik willen adviseren niet heel star met dit soort klussen om te gaan. De wijkverpleegkundige of verzorgende kan wel het bed afhalen, alles in de wasmachine doen en aanzetten, anders blijft het allemaal zo nat liggen. Alles dan ook weer klaar maken voor de nacht, gaat wel wat te ver.
Kern van beide antwoorden
Zonder steunend netwerk is het lastig om als cliënt met beperkingen thuis te blijven wonen. Het is de taak van wijkverpleegkundigen en eerst verantwoordelijk verzorgenden om samen met de cliënt te kijken hoe hij/zij het zo lang mogelijk thuis kan volhouden. Hiervoor is een kring nodig van mensen (kinderen, buren, vrienden, vrijwilligers) die hand- en spandiensten verrichten en zorgen voor aanspraak.
Het bouwen aan zo'n netwerk kost soms wat tijd. Je voert gesprekken met de cliënt waarin je kijkt wat de hulpvragen zijn en met wie de cliënt al contact heeft. Soms moet je de cliënt ondersteunen wat vraagverlegenheid moet overwinnen, of de cliënt coachen om het gesprek met wmo-loket opnieuw aan te gaan, enzovoort.
- Tags: thuiszorg, zelfredzaamheid